Betlehem - Wortels in de oudheid
Betlehem ligt ongeveer tien kilometer ten zuiden van Jeruzalem in Israël. De stad wordt vooral beschouwd als een Nieuwtestamentische stad, maar is feitelijk veel en veel ouder. De eerste Bijbelse verwijzing naar Betlehem vinden we in Genesis 35:19, toen Rachel langs de weg naar Jeruzalem werd begraven. Er bestaat enig debat over de vraag welke stad Betlehem in dit verhaal over Rachel werkelijk bedoeld wordt, omdat de Bijbel over een periode van meerdere honderden jaren een aantal verschillende locaties noemt. Zo is er deze stad Betlehem in Juda, een Betlehem in Galilea (Jozua 19:15) en mogelijk een Betlehem in het gebied van Benjamin (Nehemia 7:26; Genesis 35:16, 19; 1 Samuël 10:2; Jeremia 13:4-7; 18:23).
Betlehem - Het graf van Rachel
Het graf van Rachel in Betlehem kan tegenwoordig bezocht worden. Het is in het Jodendom de op twee na heiligste locatie, al bestaat er enige onenigheid over de feitelijke begraafplaats van Rachel. De meeste mensen zijn van mening dat deze zich buiten Betlehem bevindt, langs de weg naar de stad. De traditie die deze locatie aanwijst als het graf van Rachel stamt pas uit de vierde eeuw na Christus. Betlehem wordt verder vermeld in de Amarna-brieven uit de 14e eeuw vóór Christus. Betlehem bevond zich aanvankelijk in het vruchtbare gebied ten oosten van de noord/zuid handelsroute door Juda, die al gebruikt werd door de aartsvaders (de patriarchen).
Betlehem - Vervulde profetieën
Betlehem was jarenlang de woonplaats van Hiëronymus. Hij woonde in een grot nabij de traditionele geboorteplaats van Jezus, waar hij aan de Vulgaat (de Bijbel in het Latijn) werkte. Het moderne Betlehem is de thuishaven van de grootste Palestijnse Christelijke gemeenschap en een van de oudste Christelijke gemeenschappen, al is deze in de afgelopen jaren door emigratie sterk in aantal afgenomen. Betlehem wordt ook in het boek Rechters genoemd, vormt de achtergrond van het boek Ruth en is volgens het boek Samuël de plaats waar koning David opgroeide. Maar het belangrijkste aspect van Betlehem is dat het de geboorteplaats is van Jezus Christus.
De profetie in Micha 5:1 stelt: "Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer."
Deze profetie werd vervuld toen Jezus van Nazaret, de Messias, werd geboren. Johannes 7:42 legt uit dat deze profetie over de Christus ging. Ook Matteüs en Lucas beschrijven de geboorte van Jezus in Betlehem. Een groot aantal pelgrims en schriftgeleerden heeft getracht te ontdekken waar in Betlehem Jezus precies werd geboren. Hiëronymus en Paulinus van Nola schreven dat zich in Betlehem een boomgaard van Adonis bevond. Hiëronymus suggereert zelfs dat deze zich juist boven de grot bevond waarin Jezus werd geboren (Hiëronymus, brief 58 aan Paulinus. "Paulinus van Nola Epistel" 31.3). Deze werken dateren uit de tijd vóór keizer Hadrianus (117 na Christus) en werden dus minder dan een eeuw na de geboorte van Jezus geschreven.
De beroemde vroegchristelijke historicus Justinus de Martelaar schreef in de tweede eeuw na Christus dat Jozef en Maria in een grot vlakbij het dorp overnachtten. Het zogenaamde "proto-evangelie" van Jakobus beweert hetzelfde (Justinus de Martelaar, dialoog met Trifon 78. Proto-evangelie van Jakobus 18:1-2). Kerkvader Origenes schreef in de derde eeuw dat Jezus in een grot werd geboren (Origenes, "Contra Celsum" 1.51). In ongeveer 326 na Christus bouwde Helena, de moeder van Constantinus, een kerk op de plaats van de grot. Dit werd in de vierde en vijfde eeuw beschreven door Eusebius, Sulpicius Severus en Sozomenus (Eusebius, "Het Leven van Constantinus", 3.41-43. Sulpicius Severus, "Heilige geschiedenis" 2.33. Sozomen, "Kerkgeschiedenis" 2.2.1).
Als Jezus werkelijk in een grot in Betlehem werd geboren, dan is het mogelijk dat die grot deel uitmaakte van een huis of een stal. Lucas schrijft dat er geen plaats (beter vertaald: geen gastenvertrek) voor hen was in de herberg. Daarom zou een huis dat in een grot was gebouwd (sommige huizen in deze periode van Romeins Palestina werden in grotten gebouwd), of een stal voor dieren of opslag van goederen, de meest logische overnachtingsplaats zijn.
Betlehem - De eerste kerststal
Tegenwoordig vinden we de Geboortekerk op de plaats van deze grot te Betlehem. De kerk werd in de zesde eeuw onder keizer Justinianus gebouwd, maar in de Middeleeuwen werd de kerk uitgebreid en aangepast. Opgravingen in de 20e eeuw legden de resten van een kerk uit de tijd van Constantinus bloot. Men verondersteld dat dit de kerk is die Helena had laten bouwen. Een halve meter onder de huidige vloer bevindt zich een mozaïekvloer. Sommige archeologen geloven dat dit de vloer van de oorspronkelijke kerk is. Opgravingen geven aan dat de eerste kerk op deze locatie een vierkante plattegrond had, met zijden van zo'n 29 meter, en dat de basilica verdeeld was in vier rijen met elk negen kolommen. Aan de oostzijde van de kerk, verbonden met het hoofdgebouw, bevond zich een octogonale constructie die als een soort kapel over de grot was gebouwd, met zijden van ongeveer 8.5 meter.
Copyright ©2002-2022 AllAboutArchaeology.org, Alle rechten voorbehouden